Verdere procedure
Het doel van de m.e.r.-procedure is het “milieubelang volwaardig mee te wegen bij de voorbereiding en vaststelling van het ruimtelijk besluit”. Het milieueffectrapport (MER) is een hulpmiddel bij de besluitvorming over het ruimtelijk besluit. Dit MER wordt nog voor advies voorgelegd aan de Commissie voor de m.e.r.
Met het MER-rapport kan nu een volgende stap gezet worden in het proces, namelijk het kiezen van 1 alternatief. Dit moet worden gedaan op bestuurlijk niveau in afstemming met provincie Zuid-Holland en waterschap Hollandse Delta. Bij de uiteindelijke keuze voor een voorkeursoplossing spelen ook andere overwegingen dan in het voorgaande advies genoemd een rol. Denk hierbij aan de kosten van de alternatieven, bestuurlijke overwegingen met betrekking tot andere ruimtelijke ontwikkelingen en het verkrijgen van overeenstemming met andere betrokken partijen als provincie Zuid-Holland en waterschap Hollandse Delta.
Zodra een voorkeursalternatief is gekozen, kan een concept ruimtelijk plan/besluit worden voorbereid en vooroverleg daarover plaatsvinden. Bij deze voorbereiding betrekken we onder andere direct omwonenden, inwoners en andere belanghebbenden.
Vervolgens wordt dit MER samen met het opgestelde ruimtelijk plan/besluit formeel gedurende 6 weken ter inzage gelegd. In die periode kan door iedereen een zienswijzen op het ruimtelijk plan/besluit en MER worden ingediend.
De ingediende zienswijzen op het ruimtelijk plan/besluit en het MER worden vervolgens meegenomen door de gemeenteraad bij de vaststelling van het ruimtelijk plan/besluit. Daarna staat dan nog de mogelijkheid van beroep open tegen het besluit tot vaststelling.
Onderstaand schema is gebaseerd op de huidige Wet ruimtelijke ordening is de samenhang tussen de m.e.r. procedure en de procedure van het ruimtelijk plan/besluit weergegeven. Wellicht wordt in het vervolgtraject van de randweg deze wet vervangen door de Omgevingswet. Deze kent overigens vergelijkbare procedures.
Nader onderzoek na keuze voorkeursoplossing
Het is gebruikelijk dat volgend op het MER nog aanvullend onderzoek nodig is voor het ruimtelijk besluit en/of de (vergunningverlening voor de) realisatie. Dat richt zich dan alleen op de voorkeursoplossing. Daarin worden punten die in het MER zijn geconstateerd meer in detail onderzocht of uitgewerkt. We denken dan bijvoorbeeld aan:
-
nader ecologisch soortgericht onderzoek naar beschermde soorten (waaronder nest- en verblijfplaatsen van diverse vogel- en vleermuissoorten);
-
een update van de stikstofberekening met de meest recente Aerius-calculator, indien een nieuwe versie beschikbaar komt, aangevuld met de stikstofdepositie in de aanlegfase;
-
nader onderzoek naar significant negatieve effecten van stikstofdepositie;
-
toetsing aan de wettelijke normen Wet geluidhinder op woningniveau;
-
-
maatregelenonderzoek bij een overschrijding van de grenswaarden;
-
voorbereiding besluit hogere waarden voor overschrijding voorkeurswaarden indien maatregelen niet doelmatig zijn;
-
-
nader archeologisch (boor)onderzoek;
-
nader geotechnisch onderzoek, bijvoorbeeld bij de Oud-Cromstrijensedijk.